Damclub Scheveningen Damclub Scheveningen

Damclub Scheveningen

Column

Schammen of Daken?(01-04-15)  

 

Omdat het ledenaantal van zowel de dam als schaakbond gestaag terugloopt heeft Damclub Scheveningen het initiatief genomen om  het dam en schaakspel maar samen te voegen en er één spel te maken. We weten alleen nog niet hoe we dit spel moeten gaan noemen. Schammen of Daken? Voorlopig kiezen we het schaakbord om op te spelen en gaan we via experimenteren de spelregels vaststellen.

Het is natuurlijk vervelend om in een neerwaardse spiraal terecht te komen maar als we niets doen weten we zeker dat als we over een aantal jaren terug kijken dat we onszelf kunnen verwijten hadden we maar iets gedaan. Anders verdienen we niet meer de naam dambond maar Schaambond!

Om echt een verandering te kunnen bereiken hebben we alle creatieve dammers nodig die op een positieve manier een nieuwe damgeneratie kunnen opleiden en vasthouden.

Het verhaal achter “de Schaakstukken” (19-01-14)     

Dit verhaal past niet echt in een column maar toch moet ik het even kwijt.

Mijn vader was een schaker en hij had mij met veel moeite schaken geleerd toen ik zo’n jaar of acht was. Hij schaakte zelf op de Monsterse Schaak Vereniging (MSV) en hij vertelde mij op een gegeven moment dat de schaakclub MSV werd opgeheven.   Kennelijk ging het niet goed met deze schaakclub vanwege een teruglopend ledenaantal. Als het goed is heb ik nog een houten kistje met schaakstukken waarop aan de onderzijde MSV met nummers zijn geschilderd. Ik koester dat als een soort relikwie. Mijn vader verhuisde met MSV naar een schaakclub in ‘s-Gravenzande, SIO genaamd. En omdat naar het volgende dorp fietsen in de avond voor mijn ouders geen reële optie was, stopte daar ook het schaken voor mij.  Tot dan zou ik net als mijn vader ook schaker zijn geworden als er dan geen actieve damclub MDV zou zijn geweest, die op dat moment juist een schooldamtoernooi organiseerde en waar Cor Storm toen de grote promoter was.

Via die schaakstukken kom ik weer op het schaakverhaal van mijn vader. Hij heeft in de tweede wereldoorlog schaken geleerd in  “Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort”. Daar was hij in terecht gekomen doordat hij als Arbeitseinsatz-weigeraar voorbij fietste tijdens een Razzia in Maasland, met twee joodse kindertjes achter op zijn fiets. Dat betekende eerst het Oranjehotel met alle bijbehorende ellende van de ondervragingen en daarna het kamp Amersfoort. Dat was nou niet bepaald een prettige omgeving om schaken te leren. Het was misschien wel een hele goede afleiding die je op dat moment broodnodig had tussen alle dagelijkse ellende om je heen. Enige tijd geleden heb ik een nicht ontmoet van Bram van der Ham uit Vlaardingen, die ook in hetzelfde Durchgangslager heeft gezeten en er een boek over heeft geschreven met de titel “De Schaakstukken”. (Vlaardingen 2011, ISBN/WAN;978-99-75938-54-8)

Mijn vader heeft, in tegenstelling tot veel andere oorlogsslachtoffers, tijdens zijn leven juist heel veel verteld van wat hij heeft meegemaakt. Ik zal u de details besparen….

Ik heb het boek in één keer uitgelezen en ik kom tot de conclusie dat mijn vader dezelfde weg als Bram heeft afgelegd (via een kamp ten oosten van Berlijn naar werkkampen achter het Oostfront in Polen) en dat ze misschien wel met elkaar hebben geschaakt en misschien wel met de schaakstukken uit het boek. De Schaakstukken die een hoofdrol spelen in het boek van Bram, (die hij zelf met een eenvoudig mesje heeft gesneden in een werkkamp) heb ik onlangs bewonderd in het museum bij Kamp Amersfoort. Zo zit er nog een heel verhaal achter een kistje schaakstukken! Het echte verhaal zal waarschijnlijk wel nooit helemaal te achterhalen zijn. Misschien is een beoefenaar van een denksport wel beter in staat om in moeilijke omstandigheden te overleven. Mijn vader had in ieder geval een sterke overlevingsdrang dat is me wel duidelijk geworden door al zijn verhalen.

 

Dammen is kinderspel (01-10-13)

Het idee wat veel buitenstaanders hebben over ons mooie damspel is dat het een simpel spelletje is. Dat wordt misschien ook wel veroorzaakt door de laagdrempeligheid die het damspel heeft. Na een paar aanwijzigen kan je het het spel direct spelen. Dat is bij het schaakspel duidelijk anders. Hier is de drempel om het spel direct te kunnen spelen veel hoger omdat de helft van de stukken een verschillende functie heeft en ook een andere loop heeft ondanks het feit dat het schaakspel minder stukken telt. Als ik het damspel voor het eerst aan een groep op de basisschool uitleg maak ik vaak de vergelijking van twee legertjes, elk met hun eigen aanvoerder, die net zo lang bokje springen, dat er geen bokjes meer over zijn. Bokje springen ook wel Haasje-over genoemd was in de middeleeuwen al bekend en is o.a. te vinden op schilderijen van Bruegel de oude uit 1560.  

Ik werd voor het eerst in mijn jonge leven geconfronteerd over de verschillen tussen dammen en schaken toen ik een jaar of acht was en mijn vader mij met veel moeite schaken had geleerd. Hij wilde met alle geweld dat ik ook zou gaan schaken. Daar kwam plots verandering in toen de schaakclub op mijn dorp werd opgeheven en ik ben toen maar naar de actieve damclub ben overgestapt. Als ik aan die tijd terugdenk was het toen nog zo’n chaos in mijn hoofd dat ik eigenlijk nog te weinig concentratie voor een denksport had. Toen zeiden ze “je bent er nog te jong voor”  Misschien kan je ook stellen dat je er biologisch gewoon nog niet aan toe bent. Ik geef zelf af en toe les op een bassischool en denk daar toch genuanceerd over. Doordat je met de kinderen bezig bent pikken ze er toch iets van op en vallen de puzzelstukjes  uiteindelijk wel op hun plek voor de laatbloeiers. Ikzelf was bovendien ook nog eens van het type “dromer” en ook een laatbloeier.

Omgekeerd gedacht kan je ook zeggen dat de laagdrempeligheid ofwel de simpele regels om het damspel direct te kunnen spelen misschien juist een groot voordeel is om schooljeugd met ons laagdrempelige damspel te laten kennismaken. Een echt verkoopargument ofwel een USP! (Unique Selling Proposition)

Nog een USP voor de bestorming van onze doelgroep de basisscholen; het positief bijeffect van kinderen die een denksport beoefenen op de basisschool is dat zij aantoonbaar hogere cijfers halen voor hun vakken. (zie de eindscriptie van Bert Dollenkamp)

Als ik het bovenste nog een keer overlees dan lijkt het kinderlijk eenvoudig om leerlingen te leren dammen op de basisschool en kom ik tot de volgende uitspraak;     “Dammen is Kinderspel”

 

Plaspauze met de rug tegen de (tijd)muur (01-09-13) 

Vroeger was het allemaal veel makelijker met die houten klokken. Als je na de tijdcontrole even naar het toilet wilde had je daar gewoon weer een uur extra voor.

Vervelend was het wel als je voor de tijdcontrole in tijdnood zat, maar iedereen is dat bijna al weer vergeten.

Nee tegenwoordig is het allemaal nog veel lastiger geworden als je na ruim 4 uur spelen in tijdnood zit met een moeilijke stand op je bord en je moet nodig naar het toilet, zie er dan maar eens snel tussenuit te knijpen zonder het risico te lopen dat je tegenstander na een zet de klok indrukt. 

Hierbij een aantal tips om je tegenstander een incontinentie-imago te bezorgen;
  1. biedt vlak voor de eind –en tijdnoodfase je tegenstander een lekker biertje of een sterk (laxerend) kopje koffie aan.
  2. als je tegenstander naar het toilet gaat en vlak voor het verlaten van het speellokaal nog even omkijkt, doe dan net of je een zet wilt gaan doen. Op het moment dat hij terug wil lopen dan trek dan je hand weer langzaam terug zodat hij in onzekerheid blijft of je nu een zet gaat doen of niet.
  3. Gaat je tegenstander toch snel naar het toilet doe dan snel een zet en druk de klok hard en goed hoorbaar in.
  4. breng op de muur boven het urinoir een tegel aan met de tekst “Wel goed in de pot pissen, de vloer is niet goed geaard en kan lekstromen geven”.
  5. Hier uw volgende tip? Mail ze ons!

Welk beleid moet uw vereniging nu voeren om  geen vereniging van incontinentiedammers te worden?

  1. geef clubtraining in plasvertragende openingen en speelstijl.
  2. verstrek gratis incontinentieluiers Tena lady mag ook natuurlijk.
  3. verbeter de ventilatie in uw clublokaal en breng hier en daar een  luchtverfrisser aan.
  4. schaf stoelen aan met plasgootjes.
  5. geen drank meer tijdens de wedstrijden.

Mochten deze maatregelen nog steeds niet afdoende zijn kan er natuurlijk ook nog een zgn.  incontinentieboete worden opgelegd.

 

Gymleraren bij veel scholen wegbezuinigd (15-07-13) 

De PO-raad meldde maandagochtend dat 80 procent van de scholen door bezuinigingen de hand op de knip moet houden. Hierdoor wordt door veel basisscholen bezuinigd op gymleraren. Op deze scholen worden de gymlessen hierdoor weer gegeven door klassenleraren. Een gevolg is dat leraren die jarenlang geen gymles meer hebben gegeven, dat weer moeten gaan doen. “De kans bestaat dat de gymlessen daardoor vereenvoudigd worden. En dat is niet de bedoeling”, zegt PO-raad woordvoerder Marc Mathies tegen NU.nl. “We hopen dat de scholen daar extra aandacht aan besteden.” Voor onze damclub is de gymleraar vaak een contactpersoon om onze damlessen op de effende basisschoolsoepel te laten verlopen. Of ze nu in het kader van naschoolse opvang of in een andere vorm worden aangeboden. We moeten dus onze gebruikelijke contactpersonen op de basisscholen goed in de gaten houden want het zou zo maar kunnen zijn dat we opeens met iemand anders afspraken moeten maken of erger nog dat er geen afspraken meer bekend zijn. (red)

Sinds 2001 behoort bewegingsonderwijs bovendien niet meer tot het ‘standaardpakket’ van de Pabo-lerarenopleiding. Afgestudeerden zijn daarom niet bevoegd om de groepen 3 tot en met 8 gymles te geven. Nieuwe cursus Ivo van Hilvoorden, docent sportfilosofie en sociologie aan de Faculteit der Bewegingswetenschappen van de Vrije Universiteit, is van mening dat leraren die wel bevoegd zijn maar al jaren geen gymles meer hebben gegeven een nieuwe cursus zouden moeten volgen. “Het zou vreemd zijn om dat niet te doen. Docenten moeten zich wel realiseren dat gymnastiek meer is dan een ‘vak dat leuk is’. De kinderen laten rennen of een potje voetbal spelen kan de conciërge bij wijze van spreken ook nog doen”, aldus Van Hilvoorden. “Het eist bepaalde sociale vaardigheden en ook de koppeling met de sporten die de leerlingen na schooltijd volgen is belangrijk.” “Gymnastiek geven vereist vaardigheden, en docenten die bijvoorbeeld 20 jaar geleden zijn afgestudeerd kunnen nog een hoop bijleren. Dan spreek ik over veiligheid, maar ook over vernieuwing.” Van Hilvoorden vindt het desondanks jammer dat er veel bezuinigd wordt op gespecialiseerde gymleraren in het basisonderwijs. “En dat ondanks verschillende initiatieven. Het is een merkwaardige vorm van bezuinigen.” Specialiseren Studenten die momenteel de Pabo-opleiding volgen kunnen zich middels een aparte opleiding wel specialiseren in bewegingsonderwijs. Daar kan tijdens de hoofdopleiding mee worden begonnen.  Ook voor basisschoolonderwijzers die jaren geleden zijn afgestudeerd is het mogelijk om deze opleiding bijvoorbeeld in de avonduren te volgen.  “Het is echter wel meer dan een opfriscursus”, laat Karien de Bruin van Hogeschool Inholland weten. “Voor onze huidige studenten gaat het om drie blokken van tien weken die ze moeten volgen.” Streepje voor Volgens De Bruin hebben afgestudeerden die de specialisatie bewegingsonderwijs gevolgd hebben vaak een streepje voor tijdens sollicitaties. “Basisscholen willen graag leraren die ook gymles kunnen geven.” Ook Van Hilvoorden moedigt Pabo-studenten aan de specialisatie te volgen. “Maar je moet er wel geschikt voor zijn. Als dat het geval is, zou ik het zeker doen.” Van Hilvoorden krijgt bijval van de PO-raad. “We willen zeker niet dat het bewegingsonderwijs wordt verplicht op de Pabo”, aldus Mathies. “Daarmee wordt het pakket te breed. Bovendien mogen de scholen zelf bepalen hoe ze het oplossen. Daar kunnen ze achteraf op afgerekend worden.”

Door: NU.nl/Joost Nederpelt

Alweer een blik in de snel veranderende (dam)wereld.

Heeft u ook goede en positieve ideeën of ervaringen op damgebied? mail ze naar ons emailadres:  dcscheveningen@gmail.com

Een digitaal speelbordinformatiesysteem? (25-03-13)

Tijdens mijn werkzame leven heb ik altijd (technische) ideeën gehad die ik soms ook kon realiseren. Vorig jaar was ik te gast bij een damtoernooi in Dordrecht en daarbij viel het mij op dat door de herrie van de deelnemers het oplezen van de namen bijna niet hoorbaar was. Een oplossing hiervoor zou kunnen zijn een projectie op een groot LCD-scherm of via een beamer. Terwijl ik daar zo over nadacht kwam ook het idee aanwaaien om via displays bij de speelborden alle informatie zoals bordnummer, spelersinformatie; naam, rating, kleur, woonplaats, land, clubnaam direct draadloos bij het bord te presenteren. De techniek is hiervoor reeds beschikbaar. De software zal hiervoor nog moeten worden ontwikkeld. Afgelopen week heb ik een paar studenten gevonden die dit als afstudeerproject willen gaan doen. Een spannende fase in de ontwikkeling naar een nieuw product om onze toekomstige toernooien soepeler te laten verlopen.     

Slangenkuil (14-03-13)

Op de een of andere manier is het vanaf het begin op onze clubavond nogal rumoerig.

Er wordt heel wat gelachen op zo’n avond en ik kan hier persoonlijk heel erg van genieten. De combinatie van een leuke pot spelen en een gezellige avond blijkt toch een hele sterke te zijn om als damclub een aantrekkelijke clubavond te organiseren. Soms heeft een speler de oordopjes van een audiodrager in zijn oren en probeert zo op de klanken van zijn favoriete muziek de partij naar zijn hand te zetten. Hij is dan ook nauwelijks aanspreekbaar. Als zijn tegenstander dat dan ook doet zijn ze zelfs beiden niet eens meer aanspreekbaar! Het moet voor buitenstaanders een rare indruk geven als je deze spelers zo ziet zitten achter hun dambord.  Het lijkt soms wel op een stel verslaafde autisten die met  een spelletje zichzelf voor anderen totaal afsluiten.  Johnny the selfkicker is er niets bij.        Maar ook een enkele keer klinkt er een “Ssssst!” door het clublokaal als er iemand in een moeilijke stand zit of in tijdnood.

Maar er klinkt ook een “Ssssst!” als er iemand een blikje limonade opentrekt. Als er een regionale wedstrijd wordt gespeeld met een team van een bezoekende damclub, schieten die spelers dan ook na een paar keer in de lach als ze ontdekken dat het een grapje is, omdat het net lijkt dat er dat om stilte wordt verzocht, maar in werkelijkheid wordt het geluid van een net geopend drankblikje nagedaan. Het lijkt en klinkt dan ook soms meer op een stel sissende slangen dan een stel dammers die een echte partij proberen te spelen. Bij een echt serieus verzoek om stilte “H uh Dames en heren, hier wordt nog gespeeld” wordt daar natuurlijk positief op gereageerd, maar na de tijdcontrole, of afloop van de partij, breekt het rumoer weer los met de nodige commentaren op de spelers en het verloop van de partij. Vooral met dat commentaar leveren hebben we er hier niet te klagen!

Er lopen er hier wel een paar rond waar G.B.J. Hilterdam schril bij afsteekt. Toch denk ik dat het juist onze kracht is dat we de gezelligheid combineren met de prestaties op het dambord. In een ongedwongen sfeer even langs de damclub gaan en tijdens een potje schuiven en even bijkletsen met iemand moet weer de normaalste zaak van de wereld worden. Ook het bespreken van zaken tijdens een potje schuiven, in onze damsociëteit in wording, zou helemaal passen in het toekomstig plaatje. Ik hoop nog lang van deze slangenkuil te kunnen genieten en met heel veel meegenieters meer! Alweer een blik in de snel veranderende damwereld. Heeft u ook goede en positieve ideeën of ervaringen? mail ze naar ons emailadres:  dcscheveningen@gmail.com

Is concurrentie tussen damclubs een weg om de dalende trent in de damwereld om te buigen?(03-01-13)

door Johan Pronk

Als je kijkt naar de economische en technische ontwikkelingen in Europa over de afgelopen 500 jaar ten opzichte van andere werelddelen dan kun je stellen dat Europa zich anders heeft ontwikkeld dan andere werelddelen door concurrentie van de landen onderling in Europa. Tot deze conclusie kwam onlangs ook de Turkse wetenschapper die, in het kader van 400 jaar diplomatieke betrekkingen Turkse rijk en Nederland, een lezing hield waarin hij de invloed van Turkije op Europa in beeld bracht. (uiteindelijk blijkt het andersom veel groter te zijn, maar dat is misschien het onderwerp van zijn volgende lezing) Dit bracht mij op het idee om met zo’n blik ook eens te kijken naar de damwereld. Komt het bepaalde ontwikkelingen ten goede om de concurrentie tussen bepaalde damclubs juist aan te moedigen? Alleen bovenaan een competitie staan is de natuurlijke drijfveer van elk team en individuele speler, maar als damclub wil je misschien wel de meeste clubleden hebben, het grootste toernooi of de best presterende jeugdafdeling. Als de KNDB het niet voor elkaar krijgt om de dalende trent van bovenaf  om te buigen moeten we het als damclubs dan maar van onderaf doen via concurrentie? Hierbij alvast een mooie tot reacties prikkelende uitspraak; “Damclub Scheveningen gaat de grootste Damclub van Den Haag en omstreken worden, met de grootste jeugdclub”  Alweer een blik in de snel veranderende damwereld.Heeft u ook goede en positieve ideeën of ervaringen? mail ze naar ons emailadres:  dcscheveningen@gmail.com

Damclub in crisistijd(18-12-12)

door Johan Pronk

Afname aantal clubleden en damclubs Nederland heeft nog steeds een netwerk van damclubs met de hoogste dichtheid ter wereld. Gecombineerd met de goede organisatie en faciliteiten van de KNDB, nog steeds zeer aantrekkelijk voor buitenlandse spelers om bij ons in de nationale competitie te komen spelen. De komende 15 jaar kunnen we wel verwachten dat er zo’n 20 tot 30% van alle damclubs gaat verdwijnen door het ontbreken van jeugd en het zakken onder de kritieke ondergrens van 12 clubleden.  Deze neergaande lijn is ook zichtbaar bij andere sporten. De verwachting is dat er alleen een aantal grote levensvatbare  damclubs zullen overblijven. De bestaande damclubs  hebben het in deze tijden moeilijk om constant te blijven. Laat staan om te ledenwinst te boeken. Toen wij als damclub Scheveningen ons hoofd boven de duinen uitstaken (15 leden in 2006) en om ons heen keken zagen wij damclubs met hetzelfde aantal clubleden. Alleen deze damclubs hadden vaak te maken met een dalend aantal clubleden en de negatieve spiraal waar zij in zaten. Terwijl wij steeds een nieuw clublid met applaus konden verwelkomen en optimistisch voorruitkeken, moesten zij in een depressieve sfeer vaststellen dat er weer een clublid was  overleden of anderszins was afgehaakt . Het heeft veel van een depressie in een economie, waar het vertrouwen is verdwenen.  Hoe krijg je de clubleden zover dat ze er weer in gaan geloven. Het schijnt in de praktijk zeer moeilijk te zijn om zo’n proces van neergang om te buigen in een opgaande lijn.  Als het echt makkelijk was dan hadden meer damclubs deze weg wel bewandeld.  Ik denk dat dit echter wel degelijk mogelijk is. De meeste damclubs hebben wel in de gaten wat er moet gebeuren, maar zijn niet in staat om dat op te tuigen of hebben de mensen niet die dat kunnen uitvoeren. Maar wat heb je daar nou voor nodig?  Behalve een flinke dosis enthousiasme moet je ook binnen de vereniging over goede ondernemerskwaliteiten beschikken met de nodige kennis, creativiteit, ervaring, doorzettingsvermogen en tijd om een product als dammen in de markt te zetten. Verkoopervaring is daarbij wel handig maar niet strikt noodzakelijk. Bestuur als promotieorganisatie Wil je tegenwoordig een damclub laten groeien dan ben je haast wel verplicht om het bestuur te laten werken als een soort promotieorganisatie. Hierbij moet een niet aflatende continuïteitsslag worden gevoerd zodat minimaal bij elke activiteit met het clubvlaggetje kan worden gezwaaid. Zeker is dat, als je als clubbestuur achterover gaat leunen, geen jeugdclub op poten kan zetten, je grote risico’s loopt om binnen 10 jaar in de top 3 te staan van snelst dementerende damclubs. Veranderende dammarkt De maatschappij is continue aan veranderingen onderhevig en dat heeft gevolgen voor het bestuur van een damclub omdat de benadering van onze doelgroep(en) mee moet veranderen. Zeker is dat de tijdbesteding van de mensen sinds de intrede van de computer behoorlijk veranderd is. De groep digibeten wordt steeds kleiner en ouder maar is toch nog wel aanwezig. Enige tijd geleden vergaten wij een billboard uit het raam te halen en dat leverde ons twee nieuwe leden op! Dat waren duidelijk mensen die ons niet via het internet hadden gevonden. Soms lijkt het wel een sprookje als je hoort hoe vroeger een damclub werd opgericht. Er werd dan een sterke dammer uitgenodigd om een simultaan te geven en na afloop konden meestal 5 tot 10 leden worden genoteerd als start van een nieuwe damclub. Ook vandaag lopen potentiële clubleden nog steeds overal rond maar hoe vind je die nou eigenlijk? Op internet kom ik regelmatig dammers tegen die best een redelijke partij spelen.  Als je vraagt op welke club ze spelen blijkt het dat ze nog nooit een damclub van binnen gezien hebben! En als je vraagt waar ze dammen hebben geleerd dan blijkt dat gewoon via een online damwebsite op het internet te zijn. Is ons clublokaal verhuist naar het internet zonder dat we dat in de gaten hadden? Tegenwoordig spelen op onze club ook af en toe via het internet partijen mee met de onderlinge competitie als ze ziek thuis of als ze soms in een revalidatiecentrum verblijven.  Misschien is een (inter)vangnet een mooie methode om met potentiële dammers in contact te komen.  Laatst verwees ik zo’n speler door naar Damclub CCR Constant Charlois Rotterdam. Uiteindelijk weet je niet wat daar van terecht komt maar; “niet geschoten is altijd mis” denk ik dan maar weer. Toch moet de crisis ook kansen bieden. Dat moet dan volgens mij gezocht worden in het zoeken naar een goedkopere hobby en ook gezelligheid van een club.  Hoe we deze nieuwe doelgroep gaan vinden wordt interessant.    Alweer een kijkje in de snel veranderende (dam)wereld. Heeft u ook goede en positieve ideeën of ervaringen?  mail ze naar ons emailadres:  dcscheveningen@gmail.com

Koppelpromotie, een nieuwe vorm van clubdonatie?(24-11-12)

door Johan Pronk

Deze barre economische tijden zijn voor de meeste verenigingen ook perioden waar creatief moet worden omgesprongen met talent en kennis om je vereniging te laten overleven en hopen op betere tijden. Ging het vroeger nou allemaal zo makkelijk of hebben we nou nooit echt kritisch naar onze financiën gekeken? Wat te doen als sponsors zich terugtrekken en je overal met kostenverhogingen geconfronteerd wordt?  Damclub Scheveningen heeft bedacht dat koppelpromotie in deze opkomende bespaareconomie een werkende sponsoring kan gaan opleveren. Vanuit onze damclub wordt een gratis energiescan met minimale besparingsgarantie aangeboden.Van de gerealiseerde besparingen wordt jaarlijks wordt een donatie  aan onze club gevraagd afhankelijk van de besparing.  Minimale donatie is normaal € 25,00 per jaar.Er ontstaat zo een vorm van clubbinding met donateurs en betrokkenen die de vereniging meer lokale wortels verschaft. We willen binnen onze vereniging ook gaan proberen de kennis op gebied van financiën te gaan exploiteren. Misschien biedt de economische crisis ook wel weer echte kansen. Als je goed kijkt loopt er misschien zomaar een werkloos toptalent op je club rond. Misschien een idee voor een andere damclub om ook eens de clubtalenten te kapitaliseren?Alweer een blik in de snel veranderende damwereld.Aldus G.B.J. Hilterdam   Heeft u ook goede en positieve ideeën of ervaringen? mail ze naar ons emailadres:  dcscheveningen@gmail.com

Witte vlekken (24-11-12)

door Johan Pronk

Er ontstaan steeds meer witte vlekken op de damkaart van Nederland. Werd er vroeger wel eens een damclub opgedoekt, tegenwoordig komt het steeds vaker voor en als we even om ons heen kijken dan kunnen we zo een paar damclubs opnoemen die ook niet ver van opheffen verwijderd zijn. Om het tij nog te keren is het inmiddels niet vijf voor twaalf maar volgens mij al ver over twaalven! Bij veel damclubs benadert de gemiddelde leeftijd die van een bejaardenhuis en ontbreekt de jeugd.   Als een damclub is opgeheven dan valt het niet mee om helemaal weer opnieuw te beginnen. Hierbij mogen we bij damclub Scheveningen van ervaring spreken. In de schaakbond voert men een beleid om de witte vlekken weer op te vullen. Hiervoor worden oudleden benaderd van opgedoekte schaakclubs. Wat doet onze KNDB aan deze groeiende witte vlekken? Wordt het niet eens hoogtijd dat het bestuur van de KNDB een soort “alle hens aan dek”-vergadering organiseert en hierbij alle creatieve en ervaren leden uit de damwereld (en misschien van daarbuiten) uitnodigt, om vervolgens met een slagvaardig beleid op de proppen te komen. Ik denk zelf dat die kennis in de damwereld wel aanwezig is, alleen er moet wel eerst een goede inventarisatie worden gemaakt van de huidige situatie en een goede analyse voordat van een georganiseerde aanpak op grotere schaal sprake kan zijn. Enige tijd geleden ben ik benaderd om een damclub te helpen oprichten in Maassluis. Het blijkt dat onze nieuwe Nederlanders met een marokkaanse achtergrond erg enthousiast zijn over ons damspel. De manier waarop Marokkaans dammen wordt gespeeld wijkt af van ons internationale damspel maar blijkt geen onoverkomelijke stap voor de deelnemers. Als dit project gaat lukken kan dit het begin van een groeimarkt worden. Welke nieuwe Nederlanders hebben we nog meer? Heeft u ook last van “witte vlekken”? Ga dan naar een erkende arts en niet naar een kwakzalver. Johan Pronk Damclub Scheveningen

Stoppen en weer doorgaan(14-11-12) 

door Johan Pronk

Op dinsdagavond 8 december 2009  zat ik na een werkdag thuis op de bank voelde mij niet lekker.  Ik was al een keer naar de keuken gelopen om wat water te drinken. Dat hielp niet echt en omdat ik ook onregelmatig ademde dacht ik dat ik een vorm van hyperventilatie had waardoor ik nog een keer naar de keuken liep om in een zakje te ademen. Dat lopen was meer strompelen als een dronken zeeman, maar dat had ik toen nog niet zo in de gaten. Ik had een slaapgevoel in zowel mijn linkerbeen als mijn linkerarm en had het idee dat dat zo wel weer over zou zijn.  Toen dat niet het geval was begon ik mij steeds ongeruster te maken. Omdat ik nog steeds onregelmatig ademde  dacht ik dat er iets mis was met mijn hart.  Uiteindelijk vroeg ik mijn vrouw toch maar 112 te bellen.

De ambulance kwam redelijk snel en binnen 10 minuten stond er een ambulancebroeder in mijn woonkamer en vroeg aan mij wat er aan de hand was. “Ik heb een probleem met mijn hart” zei ik. De ambulancebroeder begon direct allerlei vragen te stellen. Welke dag is het vandaag en wie is de koningin van Nederland. In eerste instantie dacht ik wat een rare vragen maar nu weet ik dat dit een normale controle is van een patient waarvan ze nog niet weten wat er met hem aan de hand is. De eerste vraag kon ik gelukkig goed beantwoorden en op de tweede vraag zei ik “die zit naast u op de bank”. “nee, nee nu effe geen grapjes” zei de ambulance broeder. Hij ging gelijk verder met de volgende vraag; “steekt u uw beide armen eens recht voorruit?” Ik wilde zijn verzoek uitvoeren, maar tot mijn verbazing kwam alleen mijn rechter arm in de gevraagde stand terwijl mijn linkerarm met nog steeds met dat slaapgevoel langs mijn lichaam omlaag bleef.

De ambulancebroeder was opeens heel resoluut en zei; ” het is niet uw hart maar uw hoofd”.  Op dat moment begon het tot mij door te dringen dat er in mijn hoofd een hersenbloeding plaatsvond.  Mijn leven stond opeens stil en alles om mij heen leek in een vliegende vaart door te gaan. De angstige momenten die daarna volgden kan ik nog steeds als een filmpje afdraaien. Vooral ook omdat ik mijn bewustzijn niet wilde verliezen.  Uiteindelijk na drie weken ziekenhuis en en een half jaar revalidatiecentrum  mocht ik in mijn rolstoel weer naar huis. In het begin was mijn korte termijn geheugen en oriëntatie kwa plaats en tijd behoorlijk aangetast. Aan de linkerkant van mijn lichaam heb ik nog slechts de controle 10% van mijn spieren. Ik prijs mij gelukkig dat ik na een lange worsteling mijn dagelijks leven nu zonder rolstoel en andere hulpmiddelen mag doen. Na nog een poliklinische revalidatieperiode van ruim een half jaar en weer proberen in het arbeidsproces terug te komen moest ik mij wat energie betreft toch gewonnen geven.  Na een halve dag werken moest ik de rest van de dag uitrusten. Toen er een reorganisatie kwam heb ik toch maar voor mijzelf gekozen en zit ik nu in de WIA.

Uiteindelijk heeft het dammen mij enorm geholpen bij het weer scherp worden. Vanuit mijn ziekbed kon ik op mijn laptop tegen iedereen op de wereld spelen. Ik mag nu fulltime voorzitter zijn van een nog steeds groeiende damclub. Ik merk dat ik nog steeds dezelfde drive en het enthousiastme  heb om het damavontuur, dat ik met nog 2 andere scheveningers 8 jaar geleden begonnen ben in Scheveningen,  te laten voortduren. Gelukkig dat er tijdens mijn ziekte clubgenoten in het bestuur zijn gesprongen die mede onze mooie damclub hebben voortgezet.  Helaas kon ik door mijn gebrek aan energie niet iedereen aan boord houden maar sommige dingen kan je in je leven niet voorkomen. In deze columns hoop ik u een kijkje te geven van onze ervaringen in het dagelijkse damleven aan de rand van een grote stad als Den Haag.   

Reacties zijn gesloten.